SKS A trof tegenstander Goes niet in de beste periode van hun bestaan. Tijdens de net gespeelde ronde van de KNSB-competitie moesten Goes 1 en Goes 2 tezamen 4 borden leeg laten en nu SKS A op bezoek kwam werd er in de interne competitie welgeteld 1 partij gespeeld terwijl Goes B met slechts 3 man op pad was voor een uitwedstrijd tegen Middelburg. De sfeer in de toch al niet bepaald tot een polonaise uitnodigende speellocatie, een basisschool ten tijde van een verbouwing, kon met de beste wil ter wereld niet als vrolijk worden omschreven. Als meest directe oorzaak wezen de Goesenaren naar de recente coronamaatregelen die door sommige leden niet met het rapportcijfer 10 waren gewaardeerd.
Vooral hun zich voorheen hoofdzakelijk met kroketten in leven houdende FM en eerstebordspeler bleek zich in de periode dat de schaakclubs gesloten waren te hebben getransformeerd in een zelfbenoemd expert in de gezondheidszorg met een scherp oog voor historisch perspectief. De duistere rol van wattenstaafjes in de jaren 30 heeft blijkbaar nooit de aandacht gekregen die het verdiende. “Opdat wij nooit zullen vergeten” mijdt hij het Goese schaakleven voorlopig als de pest.
Ondanks het ontbreken van Grochal was Goes A op basis van de ratinggetallen deze avond licht favoriet, maar statistiek is tegenwoordig niet de meest populaire tak van wetenschap. In elk geval kwamen Jeroen Hekhuis en Sven Stange als eerste op het scorebord met een korte, snelle remisepartij. Sven voelde zich als schaakboeddhist met een sterke voorkeur voor het eerlijk delen van het punt waarschijnlijk niet zo prettig bij de huidige Goese conflictsfeer en ging maar zo snel mogelijk de lampen in de Westerscheldetunnel tellen. Naar verluidt een zeer geschikte meditatieoefening. Ook Roeland Alders kwam tot een puntendeling. Weliswaar duurde zijn partij tegen Rinus Burgerhoff een stuk langer dan de partij van Jeroen, maar ook hier leek het evenwicht nergens echt verbroken.
René Tiggelman trof in Ricardo Klepke een nieuwe (en naar het zich laat aanzien tijdelijke) versterking van Goes. De eerste 8 zetten van de partij waren exact hetzelfde als in de partij die hij de avond ervoor in Souburg tegen Bert Henderikse had gespeeld en ook het vervolg vertoonde zekere overeenkomsten. René wist een solide plusje op te bouwen, dat enige tijd vast te houden en het vervolgens in één overoptimistische zet weg te geven. Waar Bert het cadeautje aan zich voorbij liet gaan, greep Ricardo het met beide handen aan en moest René nog even flink nadenken alvorens de weg naar remise te vinden.
Als er één partij niet in remise zou gaan eindigen, dan was dat ongetwijfeld de ontmoeting Henrik Westerweele - Jos van der Kaap. Een vreemde opening leidde tot een bizar middenspel waarin uiteindelijk Henrik een schot voor open doel kreeg. In bovenstaande stelling zijn er minstens 3 zetten (25. Pc5, 25. Da8 en 25. Txe3) die naar winst voor wit leiden. Met niet meer zoveel tijd op de klok meende Henrik echter zijn tegenstander snel mat te kunnen zetten. Hij offerde materiaal maar kwam er op het moment suprême achter dat er niet meer dan eeuwig schaak in zat. Toch ook hier remise dus.
Na afloop van de wedstrijd meende ook Roeland zaken in een historisch perspectief te kunnen plaatsen door te zeggen dat de wedstrijden tussen SKS A en Goes A altijd in 2 – 2 eindigen. Vreemd dat juist hij zich de vorige ontmoeting niet meer wist te herinneren....
Ricardo Klepke (2292) – René Tiggelman (2205) rem
Sven Stange (2161) – Jeroen Hekhuis (2134) rem
Jos van der Kaap (2181) – Henrik Westerweele (2023) rem
Rinus Burgerhoff (1905) – Roeland Alders (2010) rem
2-2