Hoewel je zou verwachten dat de krachtsverschillen tussen de Eerste Klasse en de Derde Klasse groot zouden zijn, viel dit enorm mee. Op de bovenste drie borden was er nauwelijks sprake van ratingverschillen, alleen Jeroen moest bijna 150 ratingpunten verschil proberen te overbruggen. Hij legde met de zwarte stukken echter een goede pot op de mat, dreef de dame van zijn tegenstander dusdanig op een dwaalspoor dat zijn tegenstander zich genoodzaakt zag tot een interessant kwaliteitsoffer. Even leek het er op dat zijn tegenstander de stelling dicht kon houden, waardoor Jeroen nauwelijks iets aan de kwaliteit (tegen een pion) gehad zou hebben. Een speculatief stukoffer tegen 2 pionnen zorgde er echter voor dat de stelling keurig open brak en de witte stukken elkaar in de weg gingen lopen. Jeroen kwam beter en beter te staan en een blunder van wit kostte een tweede kwaliteit en leverde Souburg het eerste punt op. Opgemerkt moet worden dat Bert voorafgaand aan de wedstrijd een Trijntje had aangekondigd. Voor elke overwinning zou hij de clubkas met één Euro spekken. Misschien dat de penningmeester er daarom als de kippen bij was om het volle punt te incasseren.
Een blik op de overige borden bracht weinig wijsheid. René leek optisch de betere kansen te hebben, maar zijn sterke tegenstander hield de stelling dynamisch in evenwicht. Henrik (en iedere aanwezige) moet bij zijn partij na 3 zetten al out of book geweest zijn. Hij offerde een pion voor aardig spel en een koning die nooit meer zou rokeren. Collin leek in de verdrukking te staan en over zijn partij had ik dan ook de grootste zorgen. Enfin, tijd om nog even te analyseren met mijn tegenstander. Nauwelijks 10 zetten ver kwam van boven de mededeling dat het 2-2 was geworden en we verwacht werden voor de beslissingssnelschaakpotjes.
Wat was er gebeurd. René heeft in remise moeten berusten evenals Henrik, waarbij vooral bij Henrik het gevoel overheerste dat er meer in had gezeten. Collin had zich knap teruggevochten en lijkt zelfs ergens nog de winst gemist te hebben, waarna alsnog de partij verloren werd. Snelschaken dus met verwisselde kleuren en een eigenaardig tempo: 3 minuten + 5 seconden per zet. RSR Ivoren Toren genoeg zou hebben aan een 2-2, het laatste bord van de reguliere wedstrijd wordt in dat geval immers weggestreept. Onze tegenstanders kregen weer hoop na deze morele overwinning en ik vroeg me af hoe mijn teamgenoten mentaal hiermee om zouden gaan. Daar bovenop hadden onze beste witspelers nu zwart en onze beste zwartspelers wit.
Van het snelschaken op bord 1 en 2 heb ik weinig meegekregen, daar ik zelf alle zeilen moest bij zetten om niet te verliezen. Gek genoeg ging mijn tegenstander in het verre eindspel in op zetherhaling, terwijl hij de enige was die nog op winst kon spelen. Een blik opzij leerde mij dat René gewonnen had door hier en daar al dan niet geofferde stukken mee te snoepen en Henrik kansloos had verloren. Alles op Collin dus, die de plotse stilte en drukte rond zijn bord ook opmerkte. “Wat is de stand?” schreeuwde hij, waarbij het antwoord bij hem het besef bracht dat alleen winst nog telde. En die kwam er! Beide spelers misten meermaals de juiste voorzetting, maar toen de rookwolken waren opgetrokken en Collin listig nog even mat ontweek, bleek hij in het eindspel een volle toren voor te staan. Desillusie bij RSR Ivoren Toren en vreugdekreten bij de Haarlemmer, Amersfoorter en twee Vlissingers, die samen de Souburgse eer hoog gehouden hadden!!
RSR Ivoren Toren (2223) | - | Schaakklub Souburg (2175) | 2-2 (1,5-2,5) | |
1. | FM Oscar van Veen (2307) | - | FM René Tiggelman (2291) | 0,5-0,5 (0-1) |
2. | Jos van der Kaap (2202) | - | Henrik Porte (2198) | 0,5-0,5 (1-0) |
3. | Leo Kranenburg (2207) | - | Collin Boelhouwer (2176) | 1-0 (0-1) |
4. | Richard Ammerlaan (2177) | - | Jeroen Hekhuis (2034) | 0-1 (0,5-0,5) |