Afgelopen donderdag stond het traditionele thematoernooi op het programma. Elk jaar wordt er een opening gekozen en daar moeten de spelers het dan maar mee doen. Alle edities waren tot nu toe een gambiet tot grote vreugde van Alex Jonkheer die graag een attractief potje schaken speelt.
Het thema van deze editie was het Blackmar-Diemer gambiet. De volgende zettenreeks wordt op het bord gezet waarna de spelers er maar wat moois van moeten maken. 1. d4 d5 2. e4 dxe4 3. Pc3 Pf6 4. f3
Jeroen, een van de grote kanshebbers op de zege verloor al direct de eerste ronde van Henrik en moest meteen een inhaalrace maken. Henrik verloor vervolgens van René waarmee René na drie ronden nog ongeslagen was. Roeland was dat ook, en daarmee stond in de vierde ronde de partij René tegen Roeland op het programma. Vanuit de opening hield René een geïsoleerde pion op e4 over die later zou sneuvelen. Er ontstond een eindspel met een paard voor René tegen een loper van Roeland, die daarbij wel een pion extra had. Nadat René een extra pion had weggeblunderd was het snel gedaan en bleef Roeland verrassend ongeslagen.
De laatste ronde moest de beslissing brengen. Roeland speelde tegen Jeroen en bij winst van Jeroen zouden de beide heren op 4 punten staan. René speelde tegen zijn eigen zoon en Carl speelde tegen Henrik waarbij bij winst ook een van de beide heren op 4 punten kwam te staan. Kortom er kon nog van alles gebeuren.
René won vrij eenvoudig van Vincent. De andere spelers probeerden Vincent nog wat te stimuleren door hem zakgeld verhoging aan te bieden als hij van zijn eigen vader zou winnen, maar daar stak papa René een stokje voor door te winnen. Henrik verloor verrassend van Carl, waarmee Carl net als René op 4 punten was gekomen.
Dan de kraker in de laatste ronde. Jeroen moest winnen om nog zicht te hebben op de eindzege. Er ontstond een zeer ingewikkelde stelling met kansen voor de beide heren.
Stelling na Dxg7.
Hier had Jeroen het beste kunnen voortzetten met Le5 waarna zwart volgens mij de beste papieren heeft omdat met c4 de witte loper op a2 wordt afgesloten. Jeroen koos hier voor het actieve 1. … Te2. Dat lijkt ook erg goed, maar dat is het niet. Jeroen had Txf7 gemist en daarmee zou het klaar moeten zijn. 2. Txf7 Le7 3. h3?!
Met voor de beide heren nog weinig tijd op de klok koos Roeland voor h3. Dat lijkt een logische zet. Het paard kan immers niet naar goede velden en Lh2 komt ook in de stelling. Jeroen heeft echter een geniepige zet waarmee hij de rollen omdraait. 3. … c4! De witte loper wordt hiermee de bekende Cees Rouw loper en de dekking op het paard op d5 wordt ook onderbroken. Als het paard weggaat zit mat op g2 in de stelling, dus een probleem voor wit. Wit kan hier de boel nog vaag maken door 4. Txe7! te spelen. Na 4. …Txe7 volgt dan 5. Dd4! Lxd5 6. Db6+ Kc8 7. Dc5+ met na 7. … Kb8 zetherhaling en na 7. … Dc7 8. Txd5 Txd5 9. Dxd5 met een vage stelling. Zwart heeft een kwal meer, maar of het snel te winnen is is maar de vraag. De witte koning staat behoorlijk veilig.
Roeland koos voor een andere voortzetting en die was meteen verloren. 4. Dxg4? Na een flinke afruil staat wit totaal verloren. 4. …Dxg4 5. hxg4 Lxd5 6. Tf2 (Txe7 was misschien nog wat handiger, maar is uiteindelijk ook verloren). 6. …Txf2 7. Lxf2 Lxg2+! 8. Kxg2 Txd1 en opgave.
Daarmee werd de eindstand bepaald op 4 punten voor vier spelers. Nog nooit vertoond. Onderling resultaat kon niet worden bepaald aangezien niet alle vier de spelers tegen elkaar gespeeld hadden. Dan werden het de weerstandspunten. Roeland en René hadden beiden 15,5 weerstandspunten en dan moet er dus verder gekeken worden. De sb-punten zijn dan aan de beurt. Laten die dan toevallig ook hetzelfde zijn. Dan volgt de progressieve score. En daar zat hem het verschil. Roeland had net een puntje meer met de progressieve score en werd daarmee de toernooiwinnaar tot ieders verbazing.
Eindstand na 5 ronden |
|||||
Naam |
Score |
WP |
SB |
PS |
|
1 |
Roeland Alders |
4,0 |
15,5 |
11,5 |
14,0 |
René Tiggelman |
4,0 |
15,5 |
11,5 |
13,0 |
|
Jeroen Hekhuis |
4,0 |
14,5 |
11,5 |
10,0 |
|
Carl Schoor |
4,0 |
13,0 |
9,0 |
12,0 |
|
5 |
Henrik Westerweele |
3,0 |
15,0 |
||
Alex Jonkheer |
3,0 |
14,0 |
|||
Albert Vermue |
3,0 |
13,5 |
|||
8 |
Merijn van Broekhoven |
2,5 |
13,5 |
||
Ronald Steijn |
2,5 |
11,5 |
|||
10 |
Kees Polderman |
2,0 |
12,0 |
||
Xander Joosse |
2,0 |
11,5 |
|||
Vincent Tiggelman |
2,0 |
11,0 |
|||
Laura Tiggelman |
2,0 |
10,5 |
|||
14 |
Frans Baljeu |
1,0 |
10,5 |
||
Martin de Bock |
1,0 |
10,0 |
|||
16 |
Joas Fontijn |
0,0 |
8,5 |